Overzicht

Blog

Bergpassen zonder naam - Andalusië

Het asfalt is smal, pokdalig en draait, krult en wringt zich door de heuvels. Gas geven, schakelen, sturen, remmen en weer gas geven. Het achterland van de Costa del Sol doet in niets meer denken aan het toeristencircus aan de kust. Dit is motorrijden door Spanje in de overtreffende trap. Vamos!

Bergpassen zonder naam - Andalusië

Tussen de witgekalkte gevels van het oude dorp Comares zoek ik de weg naar La Zubia, maar vind een gravelpad door de woestenij. Spannend, mooi, slecht, gaten en geen idee waarheen het gaat. Wat nu? Blijf ik doorrijden en zie ik wel waar het eindigt of draai ik om? De Yamaha MT-07 is tenslotte geen offroadmotor.

Ik besluit om door te rijden. Dwars door de wildernis van de Axarquía, zoals de streek ten oosten van Málaga heet. Hemelsbreed ligt de betonkust hier amper 25 kilometer vandaan, maar dit is een ander universum. En met het klimmen van de zon begint het nu ook aarde warm te worden. Puur toeval brengt me na twee rivierbeddingen op het juiste asfalt, de oude karavaanroute over de Zafarayapas. Het is er prachtig.

Met de hand stevig aan het gas draai ik door de bergen, langs vergezichten en historie. Zo passeer ik het Moorse dorp Zalia, dat volgens een legende verlaten zou zijn als gevolg van een slangenplaag. Het is waarschijnlijker dat de inwoners aan het zwaard zijn geregen toen de Christenen met succes de Moren aan het verjagen waren.

Na het topje van de pas volgt er niet de gebruikelijke afdaling, maar gaat het asfalt horizontaal verder over een hoogvlakte. Het landschap verandert. Een half uur geleden reed ik nog door bergen, bossen en citrusplantages, nu volgen droge heuvels met olijfbomen en eenzame finca’s.

Arabische wijk

De route tikt Granada aan, met zijn meesterlijk Alhambra. Het paleiscomplex uit de Moorse tijd staat op de Unesco Werelderfgoedlijst en hoort tot Europa’s grote culturele schatten. Een bezoek moet je vooraf reserveren, want om drukte te voorkomen is er een limiet gesteld aan het maximum aantal bezoekers per dag. En terecht.

Als je geen kaartje hebt kun je nog altijd door de tuinen en straatjes van de oude wijken lopen. Of je rijdt naar de overkant van de vallei. Daar bevindt zich de voormalige Arabische wijk met een geweldig uitkijkpunt. Ik ga er op een muurtje zitten. Het Alhambra en de Sierra Nevada vormen samen de horizon.

De Moren hebben hun paleis destijds niet voor niks op deze plek gebouwd. Het is een strategisch kruispunt van handelswegen. Ik kies er één uit en rijd naar mooi Montefrio en Zúheros, twee spectaculair gelegen dorpen. De route slingert door een wereld vol olijfbomen. Ze staan in witte, bruine, oranje en rode grond. Bij elke windvlaag glinsteren hun blaadjes in het zonlicht.

Bergpassen zonder naam - Andalusië

Het reisdoel is Córdoba, een stad die wat uit de richting ligt en vaak wordt overgeslagen op rondreizen door Andalusië. Ik blijf er slapen. Om 's avonds door de goudverlichte straatjes te slenteren en de andere dag de Mezquita te bezoeken, een uniek monument. In wat ooit de belangrijkste moskee van het Iberisch schiereiland was, is een basiliek gebouwd. Zo eentje van het uitbundige soort. Bedoeld om vriend en vijand te bedwelmen met rijkdom en architectuur.

De twee vormen van architectuur gaan prachtig samen. Waarschijnlijk moeten we Karel V bedanken voor het behoud van de moskee met zijn kenmerkende bogen. De meeste Moorse gebedshuizen werden na de verovering met de grond gelijk gemaakt. Maar Karel had in de gaten dat het voor iedereen beter was als er in Córdoba werd samengeleefd. Dus deden de Moren, Christenen en Joden dat.

Op het Plaza de Jerónimo Paez beleef ik een heerlijke avond. Met een ingetogen Moorse villa aan de ene kant, een Renaissance-paleis aan de andere kant en dat allemaal gebouwd op de resten van een Romeins theater.

De pick-up van Don Carlos

Op de kaart staan kronkelweggetjes boven Córdoba. Veel kronkelweggetjes. Een afgebakend doel heb ik niet, ik wil die bochten rijden. Niet meer en niet minder. Dus stuur ik zonder te stoppen langs de opgravingen van Medina Azahara.

Slechts een piepklein stukje van deze oude handelsstad is blootgelegd. De rest ligt nog onder het zand als een van de grootste archeologische geheimen van Europa. Bochten aansnijden. De ene na de andere. De lichte en wendbare MT-07 laat zich er met kinderlijk gemak doorheen rijden. Het korte hoekige werk is de motor op het lijf geschreven.

Ik passeer een brug, beklim een berg, schiet over een bergpas zonder bord, duik een vallei in en rijd langs een wonderlijk meer. In het water staan tientallen witte skeletten van bomen. Het is opvallend dat bergpassen hier zelden namen hebben, althans, er staat geen bordje op de pas zoals we dat van de Alpen kennen. Het maakt de pret er niet minder om. Sterker nog, je hebt voortdurend het idee dat je iets aan het ontdekken bent. Dit is puur motorrijden.

Ik kom nauwelijks iemand tegen en de verleiding is groot om de bochten steeds een beetje scherper in te sturen. Maar het blijft oppassen, want zodra je meer risico neemt zul je net zien dat Don Carlos met zijn pick-up door de binnenbocht komt...

Een bord kondigt een camino en mal estado aan. En daar is geen woord van gelogen. Het wegdek is honderden keren geplakt en gelijmd. Overleven tot aan Bar Antonio voor een kop koffie en een tostada aceite con tomates, een geroosterd broodje met olijfolie en tomatenpuree. Het nationale ontbijt dat tot diep in de middag besteld kan worden. De rekening bedraagt twee euro.

Bergpassen zonder naam - Andalusië

Een klein glaasje

De dag vliegt voorbij. Ik zet het kompas richting zuid en glijd soepel door het gortdroge landschap. Het is verleidelijk om in Sevilla aan te leggen, maar dat doe ik niet. Te groot, te druk. Die bewaar ik voor een citytrip. Ik pauzeer in Carmona aan een rond plein en geef daarna vol gas om voor het donker in Jerez de la Frontera te eindigen.

Ik leg aan bij het sfeervolle Hotel Casa Grande in een oude stadsvilla met patio. Jerez de la Frontera is bij ons motorrijders natuurlijk bekend van het circuit. Maar vanavond laat ik de motor staan. Op naar de tabanco, de traditionele sherrybar. Roep Fino of Olorosso over de toog en je krijgt een mooi klein recht glaasje toegeschoven. Bestel er als een echte local een bordje kaas of ham bij en de avond kan niet meer stuk.

In de oertabanco wordt de rekening vervolgens met een krijtje op de toog bijgehouden. Na een fijne avond, een goede nacht en een uitgebreid ontbijt rijd ik in het vroegste ochtendlicht naar Sanlúcar de Barrameda aan de monding van de Guadalquivir.

Met een kop koffie – zwart en sterk, want de sherry bonkt nog na – aan het water bedenk ik dat Columbus op 3 augustus 1492 met zijn Santa Maria vanaf de overkant vertrok om Amerika te ontdekken. Dit is een wat vergeten hoekje van Andalusië. Alleen de sherryliefhebbers weten het op waarde te schatten.

Ik rijd over rustige wegen door soms half verlaten dorpen. Daar is de vuurtoren van Chipiona, de kade van Cádiz en uiteindelijk het witte dorp Arcos de la Frontera. Het ligt als een vesting hoog boven het land en vanaf de top kan ik de contouren van mijn laatste bestemming zien liggen: de Sierra de Grazalema.

Op blote voeten

Terug naar vertrekpunt Málaga. Niet langs de kust. Ik probeer zo lang mogelijk in het mooie achterland te blijven. Met de Sierra de Grazalema begint dat goed. In dit middelgebergte liggen de mooiste witte dorpen bij elkaar. De meeste zijn sinds de Moorse tijd nauwelijks veranderd. Smalle straatjes, patio’s en fonteinen die net als toen zorgen voor een natuurlijke airco.

Het eindschot: Grazalema, El Bosque, Ubrique. Allemaal wit, allemaal prachtig. Slingerend gaat het richting de rand van het land. Door bossen vol kurkeiken, over rotsachtige flanken, door stille dorpen en groene valleien, over bergpassen en heuvels met vergezichten. Op de teller staat 947 kilometer, het wordt drukker op de weg en daar zijn ook de eerste toeristische nederzettingen. Zag ik nou al een stukje zee?

Bergpassen zonder naam - Andalusië

Motorhuur

De Nederlander Jac van Gestel woont al jaren achter de Costa del Sol en is een gevestigde naam voor wie in het zuiden van Spanje met de motor op vakantie wil. Hij verhuurt onder meer uitstekende Yamaha’s, zoals de MT-07, Tracer 900 en Ténéré 700. Wie kant-en-klare routes wil rijden met gps, roadbook en de accommodatie geregeld, kan ook bij Jac terecht. Kijk op travelmoto.com

Verkeersregels

Voor ons Nederlanders kent het Spaanse verkeer en de bijhorende wetgeving een aantal eigenaardigheden. Houd onder andere rekening met deze punten:

  • Het verbod op gehoorbescherming en oordoppen; deze zouden het horen van externe geluiden belemmeren.
  • Het voeren van dimlicht is te allen tijde verplicht, ook overdag.
  • Op die prachtige, vaak smalle, bergwegen heeft stijgend verkeer voorrang. Dit geldt echter alleen bij een stijgingspercentage van 7% of meer, wanneer er geen uitwijkmogelijkheden zijn.
  • Haaientanden ontbreken op de Spaanse wegen. Met een dikke onderbroken streep wordt aangegeven dat je voorrang moet verlenen.
Deel deze pagina via: