Blog
Family affair: het TT-virus
Al sinds 1946 wordt de TT van Assen jaarlijks georganiseerd, met uitzondering van het coronajaar in 2020. Voor ruim honderdduizenden racefans is de TT een datum die in steen gebeiteld is: het laatste weekend van juni ga je naar Assen. Punt. Voor de familie Wassen is het een familietraditie die al meer dan zeventig jaar teruggaat. Voor hen is het jaarlijkse racefestijn net zo dierbaar als Kerst en Pasen.

Zijn vader ging al naar de TT en 68 jaar geleden, toen Ab Wassen 6 jaar oud was, mocht hij voor het eerst mee. “Noodweer, hitte, een vakantie of ziekte, niets heeft mij die jaren daarna tegengehouden. Op één jaar na. Toen heb ik een operatie ondergaan en bepaalde een arts dat ik niet naar Assen mocht. Bij de 74-jarige motorfan is het TT-virus er met de paplepel ingegoten. Zijn vader is gek van het racen en ging jaarlijks naar Assen.
In 1952 mag Ab mee achterop de brommer vanuit Noord-Sleen, zo’n veertig kilometer rijden. “Fascinerend, ik was direct verkocht. Het geluid van de motoren, de snelheid, het gevoel dat toen door me heen ging is onbeschrijfelijk. Later, toen mijn kinderen naar de basisschool gingen, nam ik hen ook mee naar de race. En tegenwoordig gaat mijn kleinzoon ook mee. Met de familie naar het circuit, dat is me enorm dierbaar. Waar anderen naar het voetbal gaan, hebben wij de TT. Het is de TT ten voeten uit. Een evenement voor jong en oud, voor vriendengroepen en families. En alles zit door elkaar op de tribunes en taluds. Iedereen deelt dezelfde passie: de passie voor motoren en snelheid.
Veenslang
Het talud langs de Veenslang, het snelle stuk na de noordlus, behoort al net zo tot de familietraditie als het bezoek aan de races zelf. “Mijn vader zit hier al vanaf dat hij er met zijn vader heen gaat. Dit is ons plekje. Hier hebben we goed zicht op de snelle Ruskenhoek en kunnen we bovendien een groot deel van het circuit zien. Een heerlijke plek. Hier zetten wij altijd onze klapstoeltjes met afgezaagde achterpoten neer. Ik zou niet weten waar ik anders zou willen zitten tijdens de TT op het circuit. Bovendien krijg ik de familie dan niet mee.
Motorolie in het bloed
De familie Wassen is een echte motorsportfamilie. Er zit motorolie in hun bloed. Ab rijdt motor. Zijn dochter Karin en zijn zoon Jarno – inderdaad, vernoemd naar de Finse oud-coureur Jarno Saarinen – ook. En Max, de 16-jarige zoon van Karin, knutselt al flink aan brommers. Hij gaat inmiddels naar het TT Instituut om monteur te worden. “Het was voor mij ook helemaal niet vreemd om mee te gaan naar de trainingen, ook al was ik pas 4 jaar oud, kijkt Karin terug. “Alles draaide bij ons thuis om motoren en motorsport. Mijn vader had zelf een crossmotor en deed mee aan wedstrijden. In het weekend gingen we mee naar de crossbaan en vanuit de kofferbak van onze stationwagon
zagen we hem dan over de bulten voorbij springen.
Twee jaar na haar TT-debuut mag ze mee naar de races op zaterdag. In de jaren erna mag ook haar jongere broer mee. “Als kind is het een fascinerend evenement. De liefde voor motorsport had ik al, maar alles wat eromheen gebeurt is zo bizar om te zien door kinderogen. Mannen die in een sloot staan te plassen en aan het eind van de dag er dronken in springen, idioot! Later, toen ik een puber was, kwamen er weleens mannen naar mijn vader toe. Of ze met mij even naar de Stroeten mochten. Mijn vader lachte erom en dan dropen die kerels af, terwijl ik met plaatsvervangende schaamte achterbleef.
Nieuwste generatie
Dat motorsportvirus, die liefde voor de TT, het kan niet anders, is ook aan de jongste telg doorgegeven. Kleinzoon Max, uiteraard vernoemd naar Max Biaggi, is gek van alles waar een motor
in zit en waarmee je kunt racen. Waar veel jongeren in Assen de TT zien als het muziekfestival in de stad, gaat hij veel liever naar de races. Met zijn opa, zijn ouders en zijn oom. “Mijn familie is er al uren voor de eerste wedstrijd, maar dan lig ik nog te slapen, bekent hij. “Maar rond een uur of tien
ben ik ook op het circuit en zoek ik ze op. Dat is nog ruim op tijd voor de eerste race van de dag. Want die mag hij niet missen. “Die races, ik vind ze prachtig. Zeker met het commentaar van mijn
opa en mijn oom erbij. Maar ook de sfeer eromheen. Een beetje kletsen met de familie en al die gekke mensen om je heen, prachtig.
Voor een 16-jarige jongen lijkt het logischer om de TT te bezoeken met vrienden. Maar niet voor Max. “Dat is toch een ander sfeertje. Met het WK Superbikes heb ik dat wel gedaan, maar toen heb ik met mijn vrienden toch mijn familie opgezocht.
Heilig
De TT, voor Ab Wassen is het evenement heilig. Zo lang het mogelijk is, blijft hij de races bezoeken. Met zijn familie. “Dat samen kunnen genieten van dezelfde sport, dat is voor mij fantastisch. Ik geniet daar zo van! De TT, het zit in onze genen. Tussen de races door is het heerlijk om te kunnen discussiëren over coureurs. Want we zijn het echt niet allemaal met elkaar eens. Jarno en ik houden van de stijl van Marc Márquez, maar Karin heeft niets met die coureur. Max had altijd een zwak voor Rossi. Dat levert weleens pittige gesprekken op. En als opa straks niet meer mee kan? Karin: “Zolang Max en mijn broer het leuk vinden om er samen heen te gaan, blijf ik ook meegaan. Het is een beleving, deze familietraditie. Maar dat mijn vader erbij is, dat is voor ons als familie echt een
meerwaarde. Want dankzij hem en mijn broer hebben Max en ik geen programmaboekje nodig.
Belangrijke taak voor oma
In 1963 leert Ab zijn vrouw Lammie kennen. Natuurlijk gaat ze met hem mee naar de TT. Tot 1973. Dan wordt dochter Karin geboren. “Ik hoefde niet zo nodig meer naar de races. Maar voordat Ab vertrok, smeerde ik de broodjes en pakte zijn rugzak in. Dat heb ik jaren voor de familie gedaan en dat doe ik tegenwoordig eigenlijk nog steeds. En als ze ’s avonds doorweekt of rood verbrand thuiskomen, dan staat er een pan soep klaar en heb ik de races opgenomen op tv. Dan
worden alle raceklasses nog eens teruggekeken en van commentaar voorzien.
Overwinning Paul Lodewijkx gemist dankzij cadeautje
In 1968 krijgt Ab Wassen samen met zijn vrouw Lammie door familie een vakantie aangeboden op Texel. “Hartstikke leuk natuurlijk, maar dit viel precies tijdens de TT, vertelt Ab. “Zo’n cadeau kun je natuurlijk niet afwijzen, dus we zijn naar Texel gegaan. Maar op de racedag hebben mijn vrouw en ik de eerste boot naar Den Helder genomen en zijn naar Assen gereden. Dat we de lichtste klasse moesten missen, dat was voor mij te overzien. Maar bij het circuit kwamen we in de file te staan, terwijl we de speaker hoorden roepen hoe Paul Lodewijkx de leiding nam in de 50cc. Ik heb me enorm zitten te verbijten in de auto. Toen hij eindelijk geparkeerd stond, was ik het liefst over de daken van alle auto’s naar het circuit toe gerend.